woensdag 17 september 2008

Crisis laat zorg niet onberoerd


Krachtdadig ingrijpen van centrale banken van Tokio tot Washington ten spijt, het blijft hommeles op de internationale financiële markten. Nu is het verzekeraar AIG die met een noodkrediet van 80 miljard dollar voor omvallen behoed moet worden.
AIG is een interessante casus. Met de verkoop van schade-, levens en collectieve ziektekostenverzekeringen heeft AIG zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot een van de grootste financiële instellingen ter wereld. De bedrijfsstrategie was vooral gericht op het drukken van de kosten. Intern blonk het bedrijf uit door hypercompetitiveness. Een veelzeggende anekdote over deze modus operandi is terug te vinden op het weblog van Joe Paduda.
Als kampioen kostenreductie werd AIG de lieveling van beleggers. Verzekerden en medische leveranciers waren minder enthousiast. Zo goed als AIG was in kostenreductie, zo slecht was de verzekeraar in investeren en het uitbetalen van schadeclaims. Nu krijgt de Amerikaanse belastingbetaler de rekening van dit commerciële succesverhaal gepresenteerd.
Dit werpt ongetwijfeld zijn schaduw vooruit op de hervorming van het gemankeerde Amerikaanse zorgverzekeringsstelsel. Als de Amerikaanse overheid in het huidige tempo geld blijft uitgeven om marktpartijen overeind te houden, zal er voor dit streven weinig geld overblijven.
De crisis in de financiële wereld heeft ook zo zijn weerslag in Nederland. De slecht getimede versmelting van ABN AMRO en Fortis doet beide banken nog eens al hun grote accounts tegen het licht houden. Met een leensom van zo’n 150 miljoen euro hoort de bouw van het Orbis Medisch Centrum in Sittard hier zeker bij. In Sittard mogen ze dan dromen van topreferente behandeling van rijke Chinezen en Saudi’s, voorlopig is de geldkraan dicht gedraaid. Pijnlijk misschien, maar ook dit is de marktdynamiek die zorgbestuurders zich zo graag laten aanleunen.

woensdag 10 september 2008

Kritiek op topinkomens leidt tot beroepsverbod


Lars Nieuwenhoff is een held van het vrije woord. Misschien zelfs wel een martelaar. De directeur facilitaire zaken van het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem heeft een ingezonden brief in dagblad de Gelderlander in ieder geval met ontslag moeten bekopen. In de gewraakte brief laakt Nieuwenhoff het feit dat medisch specialisten in de discussie over topinkomens in de zorg buiten schot blijven, terwijl ze zonder uitzondering grootverdieners zijn.

Daar heeft Nieuwenhoff een punt. Een van de redenen dat zorgbestuurders zulke exorbitante bedragen verdienen is dat ze niet willen onderdoen voor de medisch specialisten. Bestuurders met een klein salarisstrookje worden door de specialisten niet helemaal au serieux genomen. En dat terwijl ze toch al zo'n moeite hebben om hun gezag tegenover de medische staf te laten gelden.

Dat blijkt ook maar weer in het Slingeland. In plaats van pal te staan voor een collega-bestuurder en een vrij discours, wist de raad van bestuur niet hoe ze snel ze Nieuwenhoff de wacht moest aanzeggen. Volgens de RvB heeft Nieuwenhoff het vertrouwen geschaad door de brief niet eerst intern aanhangig te maken. Een drogreden, want in dat geval was Nieuwenhoff gewoon in stilte gelyncht. Het is aannemelijker dat de RvB heeft gehandeld onder druk van een muitende medische staf. De bottom line is dat dokters onder geen beding kritiek op hun salariëring accepteren. En al helemaal niet van de bestuurders die zij in het zadel houden.

Overigens kunnen er vraagtekens worden geplaatst bij het tactisch inzicht van Nieuwenhoff. Als directeur had hij moeten weten dat je het best een kogelvrij vest kunt dragen, wanneer je met specialisten over geld gaat praten. De oproep om hun salaris met dertig procent te korten is dan ook ronduit suïcidaal. Tenzij Nieuwenhoff bewust op een beroepsverbod heeft aangestuurd. Gezien de wankele ontslaggrond staat het buiten kijf dat Nieuwenhoff een flinke zak met geld meekrijgt nu hij er bij het Slingeland uit gebonjourd wordt.

donderdag 28 augustus 2008

PR-punten voor christenbestuurders


"Topsalaris in zorg van 220 duizend euro", kopte de Volkskrant op 26 augustus naar aanleiding van de richtlijnen die de directeurenclub NVDZ ontwikkelt. En natuurlijk schoten direct verschillende volksvertegenwoordigers verontwaardigd uit het pluche omhoog. NVDZ-directeur Jan Aghina gooide vervolgens olie op het vuur door te benadrukken dat deze bovengrens de oude richtlijn betreft. De nieuwe richtlijn die in december het licht zal zien, kan dus gerust nog een stuk marktconformer uitpakken. En zo blijft de rituele onvrede over zorgbestuurders die boven de Balkenende-norm worden beloond doorreutelen.

Eén groep zorgbestuurders weet zich tot op heden aan het schervengericht te onttrekken en dat zijn de zorgbobo's van christelijke huize. Zo verdient Teun Stortenbeker van de evangelische instelling voor verslavingszorg De Hoop met bijna 158 duizend euro dertig mille minder dan de minister-president. Directeur Jan Knepper van Eleos neemt genoegen met 144 duizend per jaar, maar de kroon spant luitenant-kolonel Ine Voorham, directeur van de zorgpoot van het Leger des Heils. De imitatione christi verdient deze zuster des gemenen levens jaarlijks 44 duizend euro. PR-punten voor de christenbestuurder dus! Misschien moeten notoire veelverdieners niet beboet worden, zoals de SP wil, maar verplicht in dienst gaan bij het Leger des Heils. Hoewel geheel in de geest van het huidige kabinet (denk aan de sociale dienstplicht voor jongeren) zal deze maatregel het niet halen. Net zomin als elke andere vorm van dwang of drang. Natuurlijk is de vrijblijvenheid van richtlijnen zoals die NVDZ die in elkaar timmert storend. Maar een kabinet dat liberalisering van de zorg predikt, maakt zichzelf volstrekt ongeloofwaardig wanneer het in een klap dwingend optreedt als het de beloning van bestuurders betreft. Bijna net zo ongeloofwaardig als zorgbestuurders die mekkeren over de periodieke publieke verontwaardiging over hun salarissen. Wie de mond vol heeft over vraagsturing en transparantie, zou de mening van de klant ook gewoon ter harte kunnen nemen.

woensdag 9 juli 2008

Markt doet afkoopsommen stijgen




Quod erat demonstrandum. Voorspelde ik in mijn vorige posting over royale afkoopregelingen al dat de bestuurders van de noodlijdende zorgaanbieder Zorgbalans vermoedelijk binnen afzienbare termijn een gouden handdruk krijgen, amper enkele dagen later is die voorspelling bewaarheid geworden.
De thuiszorgorganisatie uit Haarlem leed vorig jaar 9 miljoen euro verlies, maar zag tezelfdertijd kans om 1,4 miljoen euro uit te geven aan afkoopsommen en extra salarissen van drie vertrekkende bestuurders. Hoewel ze al in 2006 vertrokken kregen ze over (bijna) geheel 2007 salaris uitbetaald. Daarnaast hoestte Zorgbalans in 2007 bijna 1 miljoen aan ontslagvergoedingen op.
Zoals Zorgvisie-redacteur Bart Kiers terecht opmerkt in zijn blog zijn deze praktijken de doodsteek voor het imago van de sector. Het is natuurlijk volstrekt ongeloofwaardig om over geldgebrek en lage tarieven te klagen, zoals recentelijk Sensire en Thuiszorg Groningen middels een patiëntenstop deden, terwijl falende bestuurders via de achterdeur met tassen vol geld naar buiten stappen. Let wel: tassen vol gemeenschapsgeld bestemd voor zorgdoeleinden.
Ten langen leste ondergraaft de graaierigheid van bestuurders niet alleen het imago van de thuiszorg, maar het hele solidariteitsbeginsel. Waarom zouden we nog langer 12 procent AWBZ-premie betalen als daar geen zorg voor wordt geleverd, maar douceurtjes voor falende bestuurders van worden uitgedeeld?
Ook in de Verenigde Staten ontstaat met enige regelmaat ophef over de beloning van zorgbestuurders. Wat te denken van Bill McGuire van zorgverzekeraar United Health, die ondanks een royaal jaarsalaris van 120 miljoen dollar bij zijn gedwongen vertrek 1,5 miljard (sic) aan aandelen meenam.
Amerikaanse toestanden? Wacht maar tot straks het verbod op winst is opgedoekt en externe financiers steeds dieper de zorg zijn binnengedrongen. Dan ligt niemand in Nederland meer wakker ligt van een afkoopsom van een paar ton.

vrijdag 4 juli 2008

Gouden handdruk toont failliet zorggovernance


Het is een even treurig als inmiddels bekend verschijnsel: gouden handdrukken voor falende zorgbestuurders. De rol van Rupsje-Nooit-Genoeg kwam deze week voor rekening van bestuursvoorzitter Gerard Tanke van Amsterdam Thuiszorg. Bij zijn recente vertrek mocht hij een douceurtje van ruim zes ton incasseren plus een volledig jaarsalaris van nog eens twee ton. En omdat vertrouwen niet te voet gaat, mag Tanke tot volgend jaar in een lease-auto van de zaak rijden.
Een royale beloning voor een aperte bestuurlijke wanprestatie. Als gevolg van mismanagement, het inhuren van dure adviseurs en onverantwoorde investeringen in digitaal speelgoed, draaide Amsterdam Thuiszorg onder Tanke’s leiding miljoenenverliezen.
Nu is het makkelijk om de zoveelste litanie af te steken over de graaicultuur onder zorgbestuurders. Ook dringen zich als vanzelf cynische grappen op; hoe groter de puinhoop die de bestuurder veroorzaakt, hoe hoger het afbreukrisico, dus hoe hoger de afkoopsom. Een goed voorbeeld hiervan is Tanke’s collega Bart Visser. De oud-Icare topman kreeg bij vertrek bijna een miljoen euro mee. Een beloning voor, naar nu blijkt, duistere zaakjes. Visser verdween een paar weken geleden zelfs de cel in op verdenking van zwendel, waarmee hij volgens het OM nog eens 1,3 miljoen euro toucheerde.
Maar als de luxe afvloeiingsregelingen een ding bewijzen dan is het toch vooral het failliet van het toezichtsysteem in de zorg. Naar voorbeeld van het bedrijfsleven kent de zorg sinds enkele jaren een governance-model, waarbij bestuurders worden gecontroleerd door een interne raad van toezicht. Bij de Amsterdam Thuiszorg probeerde die raad van toezicht enkele jaren geleden Tanke al op een zijspoor te zetten. Tevergeefs. Niet zo vreemd, als bedacht wordt dat diezelfde raad van toezicht even te voor goedkeuring had verleend aan een royale loon annex afvloeiingsregeling. Om dan meteen weer zo’n “topper” aan de dijk te moeten zetten, doet de geloofwaardigheid van een raad van toezicht geen goed, zeker niet als dit gepaard gaat met een enorme hap uit een al bijna failliete boedel. Daarbij laten sommige toezichthouders zich de hoge beloning van bestuurders maar wat graag aanleunen. Die zien ze namelijk terug in de eigen honorering. Wat te denken van Zorgbalans in Haarlem en omstreken. De zorgaanbieder lijdt al twee jaar grote verliezen, maar de toezichthouders hebben een opslag van 50 tot 100 procent gekregen. Zodoende verdient de voorzitter van de RvT voor een paar avondjes vergaderen twaalfduizend euro per jaar. Niet vreemd opkijken dus als straks de bestuursvoorzitter ook tonnen op zijn “zorgbalans” mag bijschrijven.

woensdag 2 juli 2008

Bouwmiljarden AWBZ voorlopig in de ijskast

Voor ouderen en gehandicapten komt Sinterklaas vroeg dit jaar. Dankzij een presentje van staatssecretaris Bussemaker van 2,7 miljard euro hoeven ze hun dagen binnenkort niet langer op naargeestige meerpersoons slaapzalen te slijten. Maar zoals Zorgvisie-redacteur Krista Kroon in haar weblog terecht opmerkt is dit in feite een sigaar uit eigen doos. De afschaffing van meerpersoons kamers betreft oude beleidsvoornemens bekostigt met een dito budget.
Bovendien is het maar zeer de vraag of instellingen in de ouderen- en gehandicaptenzorg het royale gebaar zullen aannemen. Want waar Bussemaker met de ene hand kwistig strooit, zet de andere hand een stevige rem op iedere bouwimpuls.

Als het aan de staatssecretaris ligt wordt het bouwregime in de AWBZ in navolging van de curatieve sector de komende jaren geliberaliseerd. Dit betekent dat bouwende instellingen niet langer hun bouwkosten automatisch vergoed krijgen, maar dat ze die kosten moeten verdisconteren in de prijzen. Misschien niet eens zo’n slecht idee, ware het niet dat de beleidsmakers zoiets als een overgangsregime vergeten zijn. De ervaringen in de curatieve zorg leren in ieder geval dat instellingen die onder het oude regime met gegarandeerde bouwkosten zijn gaan bouwen nu de rekening thuis krijgen. En die loopt zo in de papieren dat sommige ziekenhuizen zelfs vrezen voor hun voortbestaan.

In een typisch Haagse reflex heeft minister Klink een commissie aan het werk gezet, die gaat bepalen of en zo ja in welke vorm er een compensatieregeling komt. Dat de commissie Havermans aan deze opdracht een hele kluif heeft, is te lezen in een eerdere posting op dit blog. Dit rekensommetje is echter niets vergeleken met de cijferbrij die een compensatieregeling in de AWBZ met zich brengt. In de curatieve zorg is slechts een klein dozijn instellingen tussen de wal en het schip beland door de liberalisering van het bouwregime, in de ouderen- en gehandicaptenzorg zijn dat er straks mogelijk honderden.

Afgeschrikt door de ervaringen in de curatieve zorg zullen de meeste instellingen met bouwplannen zich waarschijnlijk niet laten verleiden door de zak met geld die Bussemaker de sector nu voorhoudt. Veiliger is het om te wachten tot de gevolgen van de liberalisering van het bouwregime zijn uitgekristalliseerd. Dit betekent dat de eerste concrete stappen om meerpersoons kamers te vervangen niet eerder dan na 2012 genomen zullen worden. De meerpersoons kamers worden afgeschaft, dus leve de meerpersoons kamers!

donderdag 26 juni 2008

Ziekenhuis is net zo ondernemend als kerkgenootschap


Niets menselijks is bestuurders van zorginstellingen vreemd, dus als ze de fiscus met een slimmigheidje het bos in kunnen sturen zullen ze dat, net als wij allen, niet nalaten. Denk bijvoorbeeld aan de onlangs in opspraak geraakte leaseconstructies, waarbij ziekenhuizen gezamenlijk voor 100 miljoen euro aan BTW ontweken.
Vergelijkbare fiscale goochemheid doet zorginstellingen de status van Algemeen Nut Beogende Instellingen ambiëren. Die ANBI-status heeft namelijk enkele aantrekkelijke fiscale voordelen. Zo hoeven ANBI’s geen successie- of schenkingsrecht en overdrachtsbelasting te betalen. Handig als je wilt fuseren of reorganiseren.
Wanneer ze zelf eens wat weggeven zijn de ANBI’s vanzelfsprekend ook van deze rechten vrijgesteld. Daarnaast kunnen schenkers hun gulle giften van de belasting aftrekken.
Je kunt er als zorginstelling misschien de schoorsteen niet van laten roken, maar wie slim is pakt in deze moeilijke tijden iedere financiële meevaller mee. Jammer alleen dat de belastingdienst tot voor kort nogal moeilijk deed. Op papier geldt er namelijk een bezoldigingsverbod. Om als ANBI te worden erkend, mogen toezichthouders geen andere beloning ontvangen dan een vergoeding voor gemaakte onkosten. Het moge duidelijk zijn dat toezichthouders wel wat meer krijgen dan een treinkaartje. Bovendien mag, wanneer daar sprake van is, het vacatiegeld niet bovenmatig zijn. Blijkbaar vond de belastingdienst bijdragen van drie tot vierduizend euro voor jaarlijks vier avondjes toezicht houden ietwat royaal.
Na lang zeuren van de NVZ vereniging van ziekenhuizen is de belastingdienst onlangs op dit oordeel teruggekomen. Wat zorginstellingen toezichthouders ook toeschuiven, het hoeft een ANBI-status niet in de weg te staan. Een wonderlijk gegeven blijft het echter wel. Aan de ene kant willen zorginstellingen niets liever dan als echte ondernemingen beschouwd worden, maar als er wat te halen valt, scharen ze zich zonder blikken of blozen tussen kerkgenootschappen, volksdansclubjes en goede doelen.

woensdag 25 juni 2008

Ziekenhuizen kunnen naar compensatie fluiten


Ziekenhuizen die door het veranderde bouwregime in de financiële penarie zitten, lijken voorlopig naar compensatie te kunnen fluiten. De commissie van wijzen die zich over het compensatievraagstuk heeft gebogen, gaat de deadline voor het opstellen van criteria voor compensatie van 1 juli niet halen. Commissievoorzitter Havermans en de zijnen hopen dit goed te maken door op 1 oktober met een integraal voorstel te komen, waarin naast de toelatingscriteria ook de verrekenmodules en de praktische toepassing zijn uitgewerkt.


De NVZ vereniging van ziekenhuizen heeft er weinig fiducie in. De NVZ vreest dat de daarmee de hele definitieve besluitvorming in gevaar komt. Dit zou betekenen dat ziekenhuizen die met hun bouwkosten worstelen dit jaar een aardig vlekje op hun begroting hebben weg te werken. En dat moest de commissie nadeelcompensatie nu juist voor zijn.
Havermens brengt de nooddruftige ziekenhuizen overigens niet alleen kommer en kwel. Als het aan minister Klink had gelegen was bij de bepaling van nadeelcompensatie de totale vermogenspositie meegewogen. Goed presterende of door historisch toeval vermogende ziekenhuizen hadden zodoende de kosten van het veranderde bouwregime grotendeels uit eigen zak mogen ophoesten. De commissie nadeelcompensatie laat dit soort factoren buiten beschouwing en beperkt zich tot de vastgoedlasten. “Nadeel” als gevolg van het veranderde bouwregime is volgens de commissie domweg het verschil in kapitaallasten in het oude en nieuwe systeem. Dat moet toch een kleine genoegdoening zijn voor het klein dozijn ziekenhuizen dat met het nieuwe bouwregime in de maag zit. De klagers hebben altijd betoogd dat ze geen andere keuze hadden dan de bouw- en financieringsregels van de overheid zoals die destijds golden te volgen. Als diezelfde overheid tussentijds de regels verandert en bepaalt dat ziekenhuizen hun kapitaallasten zelf maar moeten terug verdienen, mogen zij niet met de brokken blijven zitten.

Toch is het maar de vraag of deze genoegdoening zich in klinkende munt vertaalt. Tijdens een recent Kamerdebatje leek Klink zich nu al niet goed raad te weten met de bevindingen van de commissie Havermans. Als de minister maar lang genoeg treuzelt, zullen de betrokken ziekenhuizen wel gedwongen zijn om zelf een voorziening te treffen voor de geleden schade.

vrijdag 20 juni 2008

Verzekeraars zetten deur open naar risicoselectie

Het overstappen van de ene naar de andere zorgverzekering blijkt steeds lastiger. Dat beweert althans de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) op basis van onderzoek van het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Vooral bij het afsluiten van een aanvullende verzekering maken verzekeraars het de klant steeds lastiger.

Voor dit aanvullende pakket hanteren verzekeraars volgens de NPCF vaker dan voorheen beperkende voorwaarden zoals uitsluiting van vergoedingen of het betalen van een hogere premie. Veel zorgverzekeraars maken het daarnaast onaantrekkelijk om uitsluitend een aanvullende verzekering af te sluiten. Door het aanvullende pakket te koppelen aan de basisverzekering, ontstaat er een vorm van gedwongen winkelnering. Wil de klant zich hier aan onttrekken en toch een afzonderlijke aanvullende verzekering afsluiten, dan is hij niet zelden 25 tot 100 procent duurder uit. Dat is slechts nieuws voor met name chronisch zieken en gehandicapten, stelt de NPCF. Want wat is hun vrijheid om over te stappen in de praktijk waard, wanneer ze geen aanvullende verzekering kunnen afsluiten?

Algemeen directeur Pieter Hasekamp van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) vindt de sombere voorstelling van zaken van de NPCF onzin. De toegankelijkheid van zorgverzekeringen in het nieuwe zorgstelsel is juist verbeterd, vooral voor kwetsbare groepen zoals chronisch zieken en ouderen. Om zijn gelijk te staven haalt Hasekamp onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan. Dat verzekeraars de voorwaarden voor aanvullende verzekeringen tegen het licht houden, wil Hasekamp best toegeven, maar dat is in ons aller belang. “Deze maatregelen zijn noodzakelijk om die aanvullende verzekering betaalbaar en daarmee toegankelijk te houden voor alle verzekerden”, aldus Hasekamp.

Hasekamps vergoelijkende toon kan niet verhullen dat de verzekeraars met de aanscherping van de voorwaarden voor de aanvullende verzekering de deur naar risicoselectie open zetten. Het NPCF-onderzoek maakt in ieder geval duidelijk dat verzekeraars er niet voor terugschrikken om klanten met slechte risico’s te ontmoedigen. Misschien is dit nu nog niet zo’n nijpend probleem, maar wat als straks het basispakket verder verkleind wordt en er steeds meer behandelingen in het aanvullende pakket komen? Dan mag er nog steeds een acceptatieplicht gelden voor het basispakket, maar wat is die waard wanneer een groeiend deel van het behandelaanbod buiten het bereik van kwetsbare verzekerden raakt?

woensdag 18 juni 2008

NVZ kiest weer voor liberale backbencher


De NVZ vereniging van ziekenhuizen heeft een nieuwe voorzitter. Gezien de statuur van scheidend voorzitter en oud-VVD-politica Joan Leemhuis moest het natuurlijk een kandidaat van enig gewicht zijn en zie: de belangenclub van ziekenhuizen weet zomaar een oud-minister annex vice-premier uit de hoge hoed te toveren. Toch zal menigeen zich achter de oren krabben bij het horen van de naam Roelf de Boer.

Daarom enkele wederwaardigheden uit De Boers bestuurlijke loopbaan, wederwaardigheden die op de website van de NVZ niet 1-2-3 zijn terug te vinden. Van huis uit is De Boer VVD'er, maar bij gebrek aan ministeriabele kandidaten liet de liberaal zich in 2006 door de LPF overhalen om namens de fortuynisten minister van Verkeer en Waterstaat te worden in het Kabinet Balkenende I. Wel moest de Tweede Kamer er aan te pas komen om de nieuwe minister duidelijk te maken dat hij als LPF-bewindsman geen lid van de VVD kon blijven. Spraakmakend was ook zijn voornemen om boetes voor kleine snelheidsovertredingen af te schaffen.

De Boer schopte het gedurende zijn kortstondig ministerschap zelfs tot vice-premier. Dat was nadat LPF-kemphanen Heinsbroek en Bomhoff het kabinet opbliezen. Na het debacle van Balkenende I keerde De Boer terug in de liberale moederschoot. Namens de VVD was hij tussen 2006 en 2007 een klein jaar wethouder in Rotterdam, een functie die hij volgens weekblad Elsevier wegens een burnout moest neerleggen.

Wat zegt dit alles over De Boers geschiktheid als voorman van een branchevereniging in de zorg? Dat hij tot op heden in publieke functies niet gelukkig is geweest, moge duidelijk zijn, maar voor de NVZ is het bovenal geruststellend dat De Boer als VVD'er de neo-liberale lijn van voorganger Leemhuis zal voortzetten. Daarnaast weet De Boer alles van scheepvaart, wat in het woelige water waarin de zorg verkeert niet slecht uitkomt. En De Boer zal ongetwijfeld een goede speecher blijken te zijn, getuige zijn lidmaatschap van de Speakers Academy. Inderdaad, het uitzendbureau voor betaalde praatjesmakers van de fortuynistische machtsmakelaar Albert de Booy.

maandag 16 juni 2008

Google Health graaft graf voor EPD

Ziekenhuizen zijn de afgelopen jaren ruim dubbel zoveel in ICT gaan investeren, meldt de NVZ vereniging van ziekenhuizen niet zonder trots. Ging tien jaar geleden 1,5 procent van het ziekenhuisbudget op aan ICT, in 2006 was dit 3,4 procent. Het leeuwendeel van deze investeringen gaat naar de invoering van het elektronisch patiëntendossier (EPD). Weggegooid geld, want al mogen al die EPD'tjes intern aardig draaien, vooralsnog is er van zorgbrede digitale communicatie geen sprake. Als een ziekenhuis patiënteninformatie moet overdragen aan een andere zorgverlener, gaat het bij de poort verder per postduif of tamtam.
De wanhopige zoektocht naar een landelijke standaard voor gegevensuitwisseling duurt nu al ruim vijftien jaar. Met als enig noemenswaardig resultaat het opsouperen van een bedrag dat in de tientallen, misschien wel honderden miljoenen euro loopt.
Als dank voor zulk royaal gebruik van gemeenschapsgeld zou je op z'n minst iets van zelfkritiek verwachten, maar de bij het EPD betrokken veldpartijen zeveren rustig verder. Dat kunnen ze waarschijnlijk nog een jaar of twee doen om dan tot de ontdekking te komen dat het hele Nederlandse EPD-debat is ingehaald door zoekmachine gigant Google. Critici mogen nu nog schamper doen over de juridische onvolkomenheden van Google Health, wie stopt het miljardeninternetbedrijf als steeds meer consumenten en instellingen met Google Health in zee gaan? Dan is er toch een standaard, dan is er toch een business case, dan is er toch een functionerend EPD, kortom allemaal zaken waar we in Nederland al die jaren verkrampt en vruchteloos over hebben zitten debatteren!

donderdag 12 juni 2008

NZa wil vrije prijsvorming in acute zorg

Dat het vrij onderhandelbare deel van het curatieve aanbod binnenkort met zo'n tien procent wordt uitgebreid, is geen verrassing. Wel verrassend is de wijze waarop de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dit denkt te gaan doen. De beschermengel van de consument wil namelijk ook enkele spoedeisende behandelingen mee laten draaien in het spel van vrije prijsvorming.
Daarmee gooit de NZa de knuppel in het hoenderhok. Vrije prijsvorming beperkte zich in alle plannen tot op heden altijd tot de planbare zorg. Voor marktsceptici een hele geruststelling, want wat voor ongelukken zouden er wel niet kunnen gebeuren als ook de acute, spoedeisende zorg onderwerp zou worden van vrije prijsvorming? Naast het gevaar van prijsopdrijving, slechte kwaliteit en toegankelijkheid speelt er nog een kwestie en die heeft te maken met de patiënt in de rol van kritische zorgconsument. Du moment dat die patiënt in het verkeer zijn been breekt of van het keukentrapje stuitert, blijft er van die rol niets over. Ergo: in het geval van acute zorg heeft de patiënt per definitie niets te kiezen. Het acute karakter van de kwaal maakt dat de patiënt niet kan rondshoppen om te bekijken welk ziekenhuis de beste prijs-kwaliteitverhouding levert. Het enige dat de patiënt in zo'n geval wil is zo snel mogelijk naar het dichtsbijzijnde ziekenhuis vervoerd worden om daar direct en adequaat behandeld te worden.
Zich wel bewust van deze gevoeligheden heeft de politiek bij de dbc-plannen altijd een duidelijk onderscheid gehanteerd tussen acute en planbare zorg. De NZa lijkt nu aan deze cesuur te willen tornen. Binnenskamers circuleren plannen waarin de NZa voorstelt om ook de prijs voor de behandeling van hartfalen, beroertes en hernia's vrij te geven. Misschien valt dat voor hernia's nog te billijken, maar beroertes en hartinfarcten? Dat zijn -denkt de leek dan- toch bij uitstek spoedeisende condities. De NZa bezweert dat de patiënt bij bovenstaande kwalen nimmer hoeft te vrezen voor de tijdige beschikbaarheid van acute zorg. Kan de NZa dan misschien ook uitleggen wat er planbaar is aan een herseninfarct?

maandag 9 juni 2008

Obama wil nieuw zorgstelsel er door knuppelen


Amerikaanse gezagsdragers zijn niet vies van een beetje spierballentaal. Soms beklijft zulke verbale mannetjesputterij. Neem Teddy Roosevelts Big Stick Diplomacy. Door met een denkbeeldige knuppel te zwaaien wist Roosevelt heel wat Midden-Amerikaanse landen blijvend binnen de Amerikaanse invloedssfeer te brengen.
Ruim een eeuw na dato doet de Big Stick Diplomacy zijn intrede op het terrein van de Amerikaanse gezondheidszorg. Tijdens zijn verkiezingstoernee kreeg de Democratische presidentskandidaat Barrack Obama een fraai handgemaakt exemplaar in handen gedrukt van een hoogbejaarde fan. Obama beloofde de stok te gebruiken tegen iedereen die zijn plannen voor een nieuw zorgverzekeringsstelsel dwarsboomt. "If members of Congres don't pass my health care plan, I'll whup them, I'll whup them. That's right, don't mess with me, I'll have my stick", aldus een strijdbare Obama. Zulke oneliners doen het natuurlijk lekker, maar Obama lijkt hiermee een belangrijk aspect van de Big Stick Diplomacy over het hoofd te zien. Het lemma waar Roosevelt zich op baseerde luidt namelijk voluit: "Speak softly and carry a big stick!".

vrijdag 6 juni 2008

Pikante foto's zetten College Sanering te kijk




Het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) is een eerbiedwaardige club. Zoals de naam al doet vermoeden kunnen zorginstellingen die in de financiële penarie zitten bij het CSZ terecht. Ook moeten instellingen die spannende dingen met hun vastgoed willen voor fiat bij het CSZ aankloppen. Serieuze zaken, zou je zeggen. Wie op de site van het CSZ rond neust, treft hier echter hoogst curieuze zaken aan. Wat te denken van bijgaande foto's, die toch echt via de CSZ-site ontsloten kunnen worden. Een slordigheidje, ongetwijfeld, maar wel een veelzeggend slordigheidje. Het tekent de naïeviteit jegens de digitale revolutie in de zorg van beleidsorganen als het CSZ. Nu zijn het wat pikante plaatjes die ongemerkt rondslingeren, straks concurrentiegevoelige informatie van instellingen die bij het CSZ hun nood hebben geklaagd. Ook vanuit PR-oogpunt is de knulligheid van het CSZ dodelijk. Hoe kan een club die niet eens op de eigen website kan passen, oordelen over complexe zaken als de vermogens- en vastgoedpositie van zorgaanbieders?