donderdag 26 juni 2008

Ziekenhuis is net zo ondernemend als kerkgenootschap


Niets menselijks is bestuurders van zorginstellingen vreemd, dus als ze de fiscus met een slimmigheidje het bos in kunnen sturen zullen ze dat, net als wij allen, niet nalaten. Denk bijvoorbeeld aan de onlangs in opspraak geraakte leaseconstructies, waarbij ziekenhuizen gezamenlijk voor 100 miljoen euro aan BTW ontweken.
Vergelijkbare fiscale goochemheid doet zorginstellingen de status van Algemeen Nut Beogende Instellingen ambiëren. Die ANBI-status heeft namelijk enkele aantrekkelijke fiscale voordelen. Zo hoeven ANBI’s geen successie- of schenkingsrecht en overdrachtsbelasting te betalen. Handig als je wilt fuseren of reorganiseren.
Wanneer ze zelf eens wat weggeven zijn de ANBI’s vanzelfsprekend ook van deze rechten vrijgesteld. Daarnaast kunnen schenkers hun gulle giften van de belasting aftrekken.
Je kunt er als zorginstelling misschien de schoorsteen niet van laten roken, maar wie slim is pakt in deze moeilijke tijden iedere financiële meevaller mee. Jammer alleen dat de belastingdienst tot voor kort nogal moeilijk deed. Op papier geldt er namelijk een bezoldigingsverbod. Om als ANBI te worden erkend, mogen toezichthouders geen andere beloning ontvangen dan een vergoeding voor gemaakte onkosten. Het moge duidelijk zijn dat toezichthouders wel wat meer krijgen dan een treinkaartje. Bovendien mag, wanneer daar sprake van is, het vacatiegeld niet bovenmatig zijn. Blijkbaar vond de belastingdienst bijdragen van drie tot vierduizend euro voor jaarlijks vier avondjes toezicht houden ietwat royaal.
Na lang zeuren van de NVZ vereniging van ziekenhuizen is de belastingdienst onlangs op dit oordeel teruggekomen. Wat zorginstellingen toezichthouders ook toeschuiven, het hoeft een ANBI-status niet in de weg te staan. Een wonderlijk gegeven blijft het echter wel. Aan de ene kant willen zorginstellingen niets liever dan als echte ondernemingen beschouwd worden, maar als er wat te halen valt, scharen ze zich zonder blikken of blozen tussen kerkgenootschappen, volksdansclubjes en goede doelen.

woensdag 25 juni 2008

Ziekenhuizen kunnen naar compensatie fluiten


Ziekenhuizen die door het veranderde bouwregime in de financiële penarie zitten, lijken voorlopig naar compensatie te kunnen fluiten. De commissie van wijzen die zich over het compensatievraagstuk heeft gebogen, gaat de deadline voor het opstellen van criteria voor compensatie van 1 juli niet halen. Commissievoorzitter Havermans en de zijnen hopen dit goed te maken door op 1 oktober met een integraal voorstel te komen, waarin naast de toelatingscriteria ook de verrekenmodules en de praktische toepassing zijn uitgewerkt.


De NVZ vereniging van ziekenhuizen heeft er weinig fiducie in. De NVZ vreest dat de daarmee de hele definitieve besluitvorming in gevaar komt. Dit zou betekenen dat ziekenhuizen die met hun bouwkosten worstelen dit jaar een aardig vlekje op hun begroting hebben weg te werken. En dat moest de commissie nadeelcompensatie nu juist voor zijn.
Havermens brengt de nooddruftige ziekenhuizen overigens niet alleen kommer en kwel. Als het aan minister Klink had gelegen was bij de bepaling van nadeelcompensatie de totale vermogenspositie meegewogen. Goed presterende of door historisch toeval vermogende ziekenhuizen hadden zodoende de kosten van het veranderde bouwregime grotendeels uit eigen zak mogen ophoesten. De commissie nadeelcompensatie laat dit soort factoren buiten beschouwing en beperkt zich tot de vastgoedlasten. “Nadeel” als gevolg van het veranderde bouwregime is volgens de commissie domweg het verschil in kapitaallasten in het oude en nieuwe systeem. Dat moet toch een kleine genoegdoening zijn voor het klein dozijn ziekenhuizen dat met het nieuwe bouwregime in de maag zit. De klagers hebben altijd betoogd dat ze geen andere keuze hadden dan de bouw- en financieringsregels van de overheid zoals die destijds golden te volgen. Als diezelfde overheid tussentijds de regels verandert en bepaalt dat ziekenhuizen hun kapitaallasten zelf maar moeten terug verdienen, mogen zij niet met de brokken blijven zitten.

Toch is het maar de vraag of deze genoegdoening zich in klinkende munt vertaalt. Tijdens een recent Kamerdebatje leek Klink zich nu al niet goed raad te weten met de bevindingen van de commissie Havermans. Als de minister maar lang genoeg treuzelt, zullen de betrokken ziekenhuizen wel gedwongen zijn om zelf een voorziening te treffen voor de geleden schade.

vrijdag 20 juni 2008

Verzekeraars zetten deur open naar risicoselectie

Het overstappen van de ene naar de andere zorgverzekering blijkt steeds lastiger. Dat beweert althans de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) op basis van onderzoek van het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Vooral bij het afsluiten van een aanvullende verzekering maken verzekeraars het de klant steeds lastiger.

Voor dit aanvullende pakket hanteren verzekeraars volgens de NPCF vaker dan voorheen beperkende voorwaarden zoals uitsluiting van vergoedingen of het betalen van een hogere premie. Veel zorgverzekeraars maken het daarnaast onaantrekkelijk om uitsluitend een aanvullende verzekering af te sluiten. Door het aanvullende pakket te koppelen aan de basisverzekering, ontstaat er een vorm van gedwongen winkelnering. Wil de klant zich hier aan onttrekken en toch een afzonderlijke aanvullende verzekering afsluiten, dan is hij niet zelden 25 tot 100 procent duurder uit. Dat is slechts nieuws voor met name chronisch zieken en gehandicapten, stelt de NPCF. Want wat is hun vrijheid om over te stappen in de praktijk waard, wanneer ze geen aanvullende verzekering kunnen afsluiten?

Algemeen directeur Pieter Hasekamp van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) vindt de sombere voorstelling van zaken van de NPCF onzin. De toegankelijkheid van zorgverzekeringen in het nieuwe zorgstelsel is juist verbeterd, vooral voor kwetsbare groepen zoals chronisch zieken en ouderen. Om zijn gelijk te staven haalt Hasekamp onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan. Dat verzekeraars de voorwaarden voor aanvullende verzekeringen tegen het licht houden, wil Hasekamp best toegeven, maar dat is in ons aller belang. “Deze maatregelen zijn noodzakelijk om die aanvullende verzekering betaalbaar en daarmee toegankelijk te houden voor alle verzekerden”, aldus Hasekamp.

Hasekamps vergoelijkende toon kan niet verhullen dat de verzekeraars met de aanscherping van de voorwaarden voor de aanvullende verzekering de deur naar risicoselectie open zetten. Het NPCF-onderzoek maakt in ieder geval duidelijk dat verzekeraars er niet voor terugschrikken om klanten met slechte risico’s te ontmoedigen. Misschien is dit nu nog niet zo’n nijpend probleem, maar wat als straks het basispakket verder verkleind wordt en er steeds meer behandelingen in het aanvullende pakket komen? Dan mag er nog steeds een acceptatieplicht gelden voor het basispakket, maar wat is die waard wanneer een groeiend deel van het behandelaanbod buiten het bereik van kwetsbare verzekerden raakt?

woensdag 18 juni 2008

NVZ kiest weer voor liberale backbencher


De NVZ vereniging van ziekenhuizen heeft een nieuwe voorzitter. Gezien de statuur van scheidend voorzitter en oud-VVD-politica Joan Leemhuis moest het natuurlijk een kandidaat van enig gewicht zijn en zie: de belangenclub van ziekenhuizen weet zomaar een oud-minister annex vice-premier uit de hoge hoed te toveren. Toch zal menigeen zich achter de oren krabben bij het horen van de naam Roelf de Boer.

Daarom enkele wederwaardigheden uit De Boers bestuurlijke loopbaan, wederwaardigheden die op de website van de NVZ niet 1-2-3 zijn terug te vinden. Van huis uit is De Boer VVD'er, maar bij gebrek aan ministeriabele kandidaten liet de liberaal zich in 2006 door de LPF overhalen om namens de fortuynisten minister van Verkeer en Waterstaat te worden in het Kabinet Balkenende I. Wel moest de Tweede Kamer er aan te pas komen om de nieuwe minister duidelijk te maken dat hij als LPF-bewindsman geen lid van de VVD kon blijven. Spraakmakend was ook zijn voornemen om boetes voor kleine snelheidsovertredingen af te schaffen.

De Boer schopte het gedurende zijn kortstondig ministerschap zelfs tot vice-premier. Dat was nadat LPF-kemphanen Heinsbroek en Bomhoff het kabinet opbliezen. Na het debacle van Balkenende I keerde De Boer terug in de liberale moederschoot. Namens de VVD was hij tussen 2006 en 2007 een klein jaar wethouder in Rotterdam, een functie die hij volgens weekblad Elsevier wegens een burnout moest neerleggen.

Wat zegt dit alles over De Boers geschiktheid als voorman van een branchevereniging in de zorg? Dat hij tot op heden in publieke functies niet gelukkig is geweest, moge duidelijk zijn, maar voor de NVZ is het bovenal geruststellend dat De Boer als VVD'er de neo-liberale lijn van voorganger Leemhuis zal voortzetten. Daarnaast weet De Boer alles van scheepvaart, wat in het woelige water waarin de zorg verkeert niet slecht uitkomt. En De Boer zal ongetwijfeld een goede speecher blijken te zijn, getuige zijn lidmaatschap van de Speakers Academy. Inderdaad, het uitzendbureau voor betaalde praatjesmakers van de fortuynistische machtsmakelaar Albert de Booy.

maandag 16 juni 2008

Google Health graaft graf voor EPD

Ziekenhuizen zijn de afgelopen jaren ruim dubbel zoveel in ICT gaan investeren, meldt de NVZ vereniging van ziekenhuizen niet zonder trots. Ging tien jaar geleden 1,5 procent van het ziekenhuisbudget op aan ICT, in 2006 was dit 3,4 procent. Het leeuwendeel van deze investeringen gaat naar de invoering van het elektronisch patiëntendossier (EPD). Weggegooid geld, want al mogen al die EPD'tjes intern aardig draaien, vooralsnog is er van zorgbrede digitale communicatie geen sprake. Als een ziekenhuis patiënteninformatie moet overdragen aan een andere zorgverlener, gaat het bij de poort verder per postduif of tamtam.
De wanhopige zoektocht naar een landelijke standaard voor gegevensuitwisseling duurt nu al ruim vijftien jaar. Met als enig noemenswaardig resultaat het opsouperen van een bedrag dat in de tientallen, misschien wel honderden miljoenen euro loopt.
Als dank voor zulk royaal gebruik van gemeenschapsgeld zou je op z'n minst iets van zelfkritiek verwachten, maar de bij het EPD betrokken veldpartijen zeveren rustig verder. Dat kunnen ze waarschijnlijk nog een jaar of twee doen om dan tot de ontdekking te komen dat het hele Nederlandse EPD-debat is ingehaald door zoekmachine gigant Google. Critici mogen nu nog schamper doen over de juridische onvolkomenheden van Google Health, wie stopt het miljardeninternetbedrijf als steeds meer consumenten en instellingen met Google Health in zee gaan? Dan is er toch een standaard, dan is er toch een business case, dan is er toch een functionerend EPD, kortom allemaal zaken waar we in Nederland al die jaren verkrampt en vruchteloos over hebben zitten debatteren!

donderdag 12 juni 2008

NZa wil vrije prijsvorming in acute zorg

Dat het vrij onderhandelbare deel van het curatieve aanbod binnenkort met zo'n tien procent wordt uitgebreid, is geen verrassing. Wel verrassend is de wijze waarop de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dit denkt te gaan doen. De beschermengel van de consument wil namelijk ook enkele spoedeisende behandelingen mee laten draaien in het spel van vrije prijsvorming.
Daarmee gooit de NZa de knuppel in het hoenderhok. Vrije prijsvorming beperkte zich in alle plannen tot op heden altijd tot de planbare zorg. Voor marktsceptici een hele geruststelling, want wat voor ongelukken zouden er wel niet kunnen gebeuren als ook de acute, spoedeisende zorg onderwerp zou worden van vrije prijsvorming? Naast het gevaar van prijsopdrijving, slechte kwaliteit en toegankelijkheid speelt er nog een kwestie en die heeft te maken met de patiënt in de rol van kritische zorgconsument. Du moment dat die patiënt in het verkeer zijn been breekt of van het keukentrapje stuitert, blijft er van die rol niets over. Ergo: in het geval van acute zorg heeft de patiënt per definitie niets te kiezen. Het acute karakter van de kwaal maakt dat de patiënt niet kan rondshoppen om te bekijken welk ziekenhuis de beste prijs-kwaliteitverhouding levert. Het enige dat de patiënt in zo'n geval wil is zo snel mogelijk naar het dichtsbijzijnde ziekenhuis vervoerd worden om daar direct en adequaat behandeld te worden.
Zich wel bewust van deze gevoeligheden heeft de politiek bij de dbc-plannen altijd een duidelijk onderscheid gehanteerd tussen acute en planbare zorg. De NZa lijkt nu aan deze cesuur te willen tornen. Binnenskamers circuleren plannen waarin de NZa voorstelt om ook de prijs voor de behandeling van hartfalen, beroertes en hernia's vrij te geven. Misschien valt dat voor hernia's nog te billijken, maar beroertes en hartinfarcten? Dat zijn -denkt de leek dan- toch bij uitstek spoedeisende condities. De NZa bezweert dat de patiënt bij bovenstaande kwalen nimmer hoeft te vrezen voor de tijdige beschikbaarheid van acute zorg. Kan de NZa dan misschien ook uitleggen wat er planbaar is aan een herseninfarct?

maandag 9 juni 2008

Obama wil nieuw zorgstelsel er door knuppelen


Amerikaanse gezagsdragers zijn niet vies van een beetje spierballentaal. Soms beklijft zulke verbale mannetjesputterij. Neem Teddy Roosevelts Big Stick Diplomacy. Door met een denkbeeldige knuppel te zwaaien wist Roosevelt heel wat Midden-Amerikaanse landen blijvend binnen de Amerikaanse invloedssfeer te brengen.
Ruim een eeuw na dato doet de Big Stick Diplomacy zijn intrede op het terrein van de Amerikaanse gezondheidszorg. Tijdens zijn verkiezingstoernee kreeg de Democratische presidentskandidaat Barrack Obama een fraai handgemaakt exemplaar in handen gedrukt van een hoogbejaarde fan. Obama beloofde de stok te gebruiken tegen iedereen die zijn plannen voor een nieuw zorgverzekeringsstelsel dwarsboomt. "If members of Congres don't pass my health care plan, I'll whup them, I'll whup them. That's right, don't mess with me, I'll have my stick", aldus een strijdbare Obama. Zulke oneliners doen het natuurlijk lekker, maar Obama lijkt hiermee een belangrijk aspect van de Big Stick Diplomacy over het hoofd te zien. Het lemma waar Roosevelt zich op baseerde luidt namelijk voluit: "Speak softly and carry a big stick!".

vrijdag 6 juni 2008

Pikante foto's zetten College Sanering te kijk




Het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) is een eerbiedwaardige club. Zoals de naam al doet vermoeden kunnen zorginstellingen die in de financiële penarie zitten bij het CSZ terecht. Ook moeten instellingen die spannende dingen met hun vastgoed willen voor fiat bij het CSZ aankloppen. Serieuze zaken, zou je zeggen. Wie op de site van het CSZ rond neust, treft hier echter hoogst curieuze zaken aan. Wat te denken van bijgaande foto's, die toch echt via de CSZ-site ontsloten kunnen worden. Een slordigheidje, ongetwijfeld, maar wel een veelzeggend slordigheidje. Het tekent de naïeviteit jegens de digitale revolutie in de zorg van beleidsorganen als het CSZ. Nu zijn het wat pikante plaatjes die ongemerkt rondslingeren, straks concurrentiegevoelige informatie van instellingen die bij het CSZ hun nood hebben geklaagd. Ook vanuit PR-oogpunt is de knulligheid van het CSZ dodelijk. Hoe kan een club die niet eens op de eigen website kan passen, oordelen over complexe zaken als de vermogens- en vastgoedpositie van zorgaanbieders?